Achtergrond
Het carpaletunnelsyndroom (CTS) is de meest voorkomende perifere neuropathie. De optimale behandelstrategie is onbekend. Dit resulteert in een aanzienlijke praktijkvariatie bij de behandeling van CTS. Er zijn verschillende behandelmogelijkheden zoals een operatie of een injectie met ontstekingsremmers. Het is onbekend met welke behandeling het beste gestart kan worden. Een operatie is effectiever dan een injectie voor het verlichten van de CTS klachten. Maar vaak beginnen neurologen met een injectie met ontstekingsremmers omdat dit een heel eenvoudige en veilige behandeling is. Bij de helft van de patiënten verdwijnen de klachten na een injectie, maar bij een aanzienlijk deel is dit slechts tijdelijk. De patiënten waarbij de injectie niet of onvoldoende werkt worden dan vaak alsnog geopereerd. Een nadeel van deze strategie is dus dat een effectievere behandeling wordt uitgesteld en patiënten langer klachten houden. Anderzijds is het mogelijk dat door deze strategie patiënten een onnodige operatie bespaard blijft.